De vergroening van het wagenpark is volop ingezet. Meer en meer bedrijven zetten stappen richting elektrificatie van de bedrijfswagens. Helaas stuiten werkgevers hierbij vaak op een aantal praktische onduidelijkheden.

We komen nochtans van een duidelijk kader: de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen die de werknemer ook privé mag gebruiken creëert een voordeel van alle aard (VAA) waarop de werknemer belastingen betaalt. Heel vaak krijgt de werknemer ook een tankkaart. Voor de terbeschikkingstelling van de tankkaart moet geen bijkomend VAA worden aangerekend. Dit voordeel is begrepen in het VAA van de wagen. Helder toch?

De fiscale tolerantie

Men zou durven redeneren dat hetzelfde geldt wanneer een elektrische wagen wordt ter beschikking gesteld en de werkgever zorgt voor een laadpaal en ook de brandstofkosten voor het laden thuis terugbetaalt. Hier stuiten we echter op een belangrijk verschil, namelijk: bij de tankkaart gaat het om een terbeschikkingstelling, terwijl de terugbetaling van de laadkosten een onkostenvergoeding betreft. De werkgever doet een terugbetaling aan de werknemer. Bij een onkostenvergoeding stelt zich in principe niet zozeer de vraag of de werknemer belasting moet betalen op de waarde van het voordeel, maar wel of de onkostenvergoeding al dan niet als loon beschouwd moet worden.

In antwoord op een schriftelijke vraag riep minister Van Peteghem een tolerantie in het leven. Mits naleving van 4 voorwaarden, wordt de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen met laadpaal en terugbetaling van laadkosten fiscaal op dezelfde manier behandeld als de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen met tankkaar: 1 VAA voor alles.

Wat zijn de voorwaarden die voldaan moeten zijn om te mogen tussenkomen in de kosten van elektriciteit zonder dat een belastbaar voordeel ontstaat?

  1. De werkgever stelt de laadpaal ter beschikking
  2. Het gaat om een slimme laadpaal die het werkelijk verbruik met de laadpaal registreert opdat de werkgever dit kan meten
  3. De car policy moet voorzien in de terugbetaling van elektriciteit aan de werknemer
  4. De werkgever betaalt de werkelijke verbruikskost. Anders gezegd: de werknemer mag zich niet verrijken.

2 van deze voorwaarden zorgden de voorbije jaren nog voor veel vragen en kopzorgen

Voorwaarde 1: de werkgever stelt de laadpaal ter beschikking

Deze voorwaarde zorgde voor heel concrete vragen die -naarmate de elektrische wagens meer en meer de norm worden- vaker gesteld worden:

  • Wat als de werknemer al een eigen laadpaal heeft?
  • Wat als de partner van de werknemer al een laadpaal heeft van een ander werkgever via het werk?
  • Wat als de eigendom van de laadpaal na verloop van tijd overgaat van de werknemer op de werkgever?

Een recent antwoord op een reeks schriftelijke vragen geeft bijkomende duidelijkheid hierover. Deze eerste “voorwaarde” moet niet gelezen worden als een voorwaarde. Het was eerder een toevoeging om te verduidelijken dat als de werkgever de laadpaal ter beschikking stelt, dit geen aanleiding geeft tot een bijkomend voordeel van alle aard. Dus ook als de laadpaal eigendom is van de werknemer of van een andere partij, kan de werkgever tussenkomen in de elektriciteitskosten, op voorwaarde dat de andere voorwaarden vervuld zijn.

De fiscale tolerantie verduidelijkt

Voorwaarde 4: de werkelijke verbruikskost

Deze voorwaarde baart de werkgevers nog steeds kopzorgen. Wat is de werkelijke verbruikskost? Mag je hiervoor de tarieven gebruiken die de energieregulator (CREG/VREG) kenbaar maakt. Heel veel werkgevers passen momenteel zo’n forfait toe, terwijl dit mogelijks niet in lijn is met de vierde voorwaarde. Doet de werkgever de terugbetaling op basis van een forfait, bestaat immers de kans dat de vergoeding hoger ligt dan de werkelijke verbruikskost van de werknemer.

In de huidige markt, wordt de verbruikskost van de werknemer bepaald door heel wat variabelen:

  1. de woonplaats van de werknemer –> regionale verschillen
  2. het tijdstip waarop de werknemer verbruikt –> capaciteitstarief
  3. het door de werknemer gekozen tarief –> vast of variabel
  4. heeft de werknemer zonnepanelen, waardoor de kost misschien 0 euro bedraagt.

Concreet zou voorgaande betekenen dat de werkgever bij zijn werknemers moet verifiëren hoeveel hij betaalt voor de elektriciteit en op basis van deze werkelijke kost de ‘getankte’ elektriciteit terugbetalen.

Hoe kan je de elektriciteit voor het laden thuis vergoeden aan de werknemer?

Pistes die sommige werkgevers implementeren:

  1.  Een appje waarin de werknemer zijn kost per Kwh registreert en update op regelmatige basis.
  2.  Een provider die zorgt dat de factuur voor het laden met de bedrijfswagen rechtstreeks naar de werkgever gaat. Hierdoor is er wel sprake van een terbeschikkingstelling door de werkgever en niet van een onkostenvergoeding.

Meer weten over de elektrificatie van het wagenpark?

Opleiding rechtsbronnen voor HR

Maandag 4 maart 2024 – 10:00-12:00 – Teams online

Een antwoord op je prangende vragen om je car policy te actualiseren. Elektrisch rijden, elektrisch laden, en nog een aantal andere recente wijzigingen worden toegelicht zodat jij je car policy in orde kan zetten.

Na deze opleiding kan je zelf aan de slag en werk je de perfecte car policy uit of doe je de nodige aanpassingen aan je bestaande car policy. Je ontvangt gratis onze checklist car policy en ons model car policy.

Pin It on Pinterest